Samenvatting
Voortgang prestaties
Programma's | Prestaties | ||
---|---|---|---|
Programma 1 Bestuur, (wijk)organisatie, burgerzaken en financiën | 26 | 2 | 1 |
Programma 2 Veiligheid | 3 | 0 | 1 |
Programma 3 Openbare ruimte | 63 | 2 | 0 |
Programma 4 Milieu | 26 | 7 | 0 |
Programma 5 Jeugd en onderwijs | 20 | 3 | 2 |
Programma 6 Apeldoorn activeert | 22 | 1 | 0 |
Programma 7 Maatschappelijke ondersteuning | 8 | 1 | 1 |
Programma 8 Cultuur, erfgoed, evenementen en sport | 23 | 2 | 0 |
Programma 9 Door! met de buitenstad | 37 | 3 | 0 |
Totaal prestaties | 228 | 21 | 5 |
Zoals u in de bovenstaande tabel kunt zien, kennen wij 254 prestaties. Omdat we alleen rapporteren over de oranje en rode kleuren, kan bij het lezen van deze rapportage het beeld ontstaan dat veel niet naar wens verloopt. Dat is niet zo. We kunnen de meeste zaken realiseren binnen de kaders die in de begroting zijn gesteld, 233 van de 254 prestaties lopen volgens plan.
Samenvatting financieel
We verwachten een negatief saldo over 2019 van ongeveer € 1.500.000. Dat is na verrekening met de bestemmingsreserves en exclusief de Algemene Reserve Grondbedrijf (ARG).
mutaties in vermogen | toelichting | |
---|---|---|
Netto resultaat | - € 1.500.000 | Saldo turap voor bestemming na verrekening met bestemmingsreserves (excl. AR grondbedrijf). |
Algemene reserve grondbedrijf | + € 1.500.000 | Onttrekking resultaat turap Grondbedrijf uit Algemene Reserve Grondbedrijf |
Algemene Reserve | € 0 | Onttrekking resultaat uit Algemene Reserve |
In de tabel hieronder ziet u bij welke begrotingsprogramma's financiële afwijkingen ontstaan. U vindt een analyse van de verschillen in de financiële toelichting bij de programma's. Bij deze turap vindt u begrotingswijzigingen voor een aantal afwijkingen, veelal technisch van aard zoals de budgettair neutrale mutaties die voortvloeien uit de BROA en de aanvraag voor aanvullende kredieten. Bij het opstellen van deze turap zijn wij ervan uitgegaan dat deze begrotingswijzigingen al zijn verwerkt.
Grote financiële afwijkingen
Hieronder gaan we in op een aantal grotere financiële afwijkingen.
Sociaal domein
In deze rapportage is gerekend met een nadeel voor het sociaal domein van € 13,2 miljoen. Het grootste nadeel hiervan is voor rekening van de jeugdzorg. Dit tekort hebben we op dit moment ingeschat op € 11 miljoen. Na de zomer, en voor de nieuwe meerjarenbegroting, komen we met een bijgestelde prognose. Rond die tijd is er meer inzicht in de ontwikkelingen van de kosten Jeugdhulp in 2019.
In de programma's 5, 6 en 7 treft u een nadere analyse over de (financiële) afwijkingen binnen het sociaal domein.
Precario
Bij de jaarstukken 2018 hebben wij u gemeld dat de juridische procedures over de precario-opbrengsten zijn gestaakt. Dit heeft als gevolg dat we € 7,5 miljoen opbrengsten precario niet meer hoeven te voorzien. Hiermee vallen ze vrij in het resultaat. In de Voorjaarsnota stellen we voor deze bijdrage aan te wenden voor versterking van het financieel herstel.
Resultaat Grondbedrijf
In de begroting 2019 (MPG 2019) is voor het Grondbedrijf rekening gehouden met een voordelig resultaat van € 1.100.000. Doordat de rente is gedaald en de verliesvoorziening van Zuidbroek naar beneden kan worden bijgesteld, verwachten we een voordelig resultaat van € 3.900.000 waardoor ten opzichte van de begroting er sprake is van een voordelig resultaat van € 2.800.000. Het verwachte resultaat van € 3.900.000 zal bij de jaarrekening 2019 worden gestort in de Algemene Reserve Grondbedrijf (ARG). Deze reserve komt daarmee eind 2019 naar verwachting uit op ca. € 22.800.000.
Opbouw wijziging resultaat
Verwachte mutatie verlies voorzieningen | +€ 1.200.000 |
Verwachte verliesname en afwaardering | -€ 200.000 |
Effect mutatie rente Grondbedrijf | +€ 1.400.000 |
Zuidbroek de Call | +€ 400.000 |
Saldo resultaat | +€ 2.800.000 |
Kijken we naar het risicoprofiel van het Grondbedrijf dan is de verwachting dat de omvang van de ARG eind 2019 ca. € 17.400.000 zou moeten bedragen. Dit is € 1.500.000 lager dan het risicoprofiel bij het MPG 2019. Zoals in de turap Grondbedrijf is aangegeven, zijn er onzekerheden die een positief maar ook negatief effect kunnen hebben op zowel het nu verwachte resultaat als op de verwachte omvang van het risicoprofiel. Op basis van wat we nu weten, lijkt een afdracht van de ARG van € 4.300.000 (€ 2.800.000 plus € 1.500.000) ten opzichte van de begroting mogelijk. Gezien de onzekerheden die er zijn, kan pas bij de jaarrekening 2019 worden bepaald wat de definitieve afdracht vanuit de Reserve Grondbedrijf aan de Algemene Reserve kan zijn. Dit betreft een incidenteel voordeel, omdat de gronden in de grondbedrijfcomplexen afnemen.
Relatie Voorjaarsnota en Tussentijdse rapportage 2019
Recent heeft u de Voorjaarsnota 2019 van ons ontvangen. Zoals bekend bestaat vanuit de jaarrekening 2018 vanwege grote structurele tekorten, met name in de jeugdzorg, noodzaak tot substantiële ombuigingen. In de turap wordt op de programma’s 5 en 7 ingegaan op de verwachte tekorten op het zorgdomein en u treft nadere toelichting aan, als de actuele cijfers van de turap afwijken van de aannames in de Voorjaarsnota. In de Voorjaarsnota 2019 doen wij ook ombuigingsvoorstellen die betrekking hebben op 2019. We lichten hieronder per categorie toe hoe deze voorstellen in deze turap zijn verwerkt:
1. Maatregelen die binnen de domeinen Jeugd en Wmo vallen
In de Voorjaarsnota zijn inschattingen opgenomen van de verwachte budgetontwikkelingen bij jeugd en Wmo. In tegenstelling tot eerdere Voorjaarsnota’s is daarbij ook het lopende jaar (2019) betrokken, omdat de tekorten op het zorgdomein al dit jaar om maatregelen vragen. In deze turap treft u bij verschillende taakvelden verwijzingen aan naar de Voorjaarsnota. Onder meer voor de verwachte opbrengst van ombuigingsmaatregelen op programma 5 (jeugd) en programma 7 (Wmo).
2. Voorstellen met weinig impact
We hebben in de Voorjaarsnota voor € 2,6 miljoen aan voorstellen gedaan die naar onze mening weinig impact hebben op onze doelstellingen. Niet alle maatregelen zult u terug vinden in deze turap, omdat een aantal van de voorstellen onder de rapporteringsgrens van € 200.000 valt. De grotere voorstellen treft u wel aan bij het betreffende taakveld.
3. Bedrijfsvoering
We hebben op de bedrijfsvoeringsmiddelen een taakstelling van € 1,1 miljoen opgenomen. Deze € 1,1 miljoen, als stelpost (bezuinigingstaakstelling) opgenomen op taakveld 08 ‘algemene baten en lasten’, is in het resultaat van deze turap verwerkt.
4. Reserves
De voorstellen rondom de reserves zijn niet verwerkt in deze turap. Vanuit het oogpunt van de exploitatie heeft dit geen gevolgen. Dit betreft voorstellen binnen het eigen vermogen.
Doorwerking effecten naar MPB 2020-2023
We weten dat de budgetafwijkingen bij het zorgdomein van structurele aard zijn. Tekorten en ombuigingsmaatregelen zoals die in deze turap worden benoemd werken dan ook door naar de MPB 2020-2023. In de Voorjaarsnota is een aantal scenario’s opgenomen die gericht zijn op een structureel sluitende meerjarenbegroting. In de turap gaan wij daar niet verder op in, behalve waar het gaat om de precariogelden ondergrondse nutsvoorzieningen en de vrijval.
Laatstgenoemden is een belangrijk parameter in de scenario’s van de Voorjaarsnota. Uitgaande van de voorstellen die wij doen bij de jaarrekening 2018 met betrekking tot de vrijval van de precariogelden uit de betreffende voorziening (geen risico meer), is in deze turap rekening gehouden met de opbrengst van de precariogelden ondergrondse nutsvoorzieningen van ruim € 7 miljoen. In de MPB 2019 wordt deze toegevoegd aan de voorziening, maar die storting is niet meer nodig, waardoor in principe een voordeel van € 7 miljoen ontstaat. In de Voorjaarsnota stellen wij voor om dit bedrag en de precario opbrengsten voor 2020 en 2021 toe te voegen aan de algemene reserve in kader van het financieel herstel in 2026.
Tenslotte: De turap is opgesteld met een peildatum per 1 mei 2019. Dit betekent dat de uitkomsten van de meicirculaire gemeentefonds nietin deze turap zijn verwerkt. Op dit moment worden de effecten van de meicirculaire in beeld gebracht en vertaald in of een aanvullend raadsvoorstel voor de Voorjaarsnota of een raadsbrief. De structurele effecten worden verwerkt bij het opstellen van de MPB 2020-2023.
Taakveld (bedragen x € 1.000,-) | Lasten | Baten | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Paragraaf | V | 490 | N | 345 | |||
Programma 1 | V | 6.383 | V | 2.075 | |||
Programma 2 | N | 975 | N | ||||
Programma 3 | V | 737 | N | 200 | |||
Programma 4 | V | 709 | N | 200 | |||
Programma 5 | N | 11.312 | N | ||||
Programma 6 | V | 4.292 | N | 1.487 | |||
Programma 7 | N | 4.305 | N | 400 | |||
Programma 8 | N | 216 | N | ||||
Programma 9 | V | 4.088 | N | 1.000 | |||
Totaal | Nadeel | 1.666 |