Lasten:

Voor het schooljaar 2019/2020 wordt het routegebonden vervoer (leerlingenvervoer, dagbestedingsvervoer en jeugdwetvervoer) opnieuw aanbesteed.
Voor het routegebonden vervoer zijn op basis van de gewijzigde begroting 2018 van de vervoerscentrale Stedendriehoek (PlusOv) voorschotten in rekening gebracht. De afrekening (verschil tussen werkelijk en voorschot) wordt in 2019 in rekening gebracht. Voor onze gemeente gaat het volgens de jaarrekening van de Vervoerscentrale Stedendriehoek om een nog te betalen bedrag van ongeveer € 900.000, waarvan ca. € 462.000 voor leerlingenvervoer. In de jaarrekening hebben we voor leerlingenvervoer een nog te betalen bedrag van € 332.000 opgenomen gebaseerd op de laatste tussenrapportage van de Gemeenschappelijke Regeling (GR). Dit betekent dat er in 2019 een nadeel over 2018 op leerlingenvervoer van € 130.000 verantwoord wordt.
Daarnaast wordt een bedrag van ca. € 500.000 voor mogelijke frictiekosten voor jeugd- en WMOvervoer ingeschat die gepaard gaan met het (gedeeltelijk) uittreden uit de GR voor het routegebonden vervoer. Dit bedrag is in de Voorjaarsnota opgenomen als onontkoombaar nieuw beleid.
Andere financiële risico’s zijn:

• Extra kosten i.v.m. nieuwe vereveningssystematiek, eventueel met terugwerkende kracht 2018. Bestuurlijk moet dit besluit nog wel worden genomen. Indien het besluit wordt geformaliseerd betekent dit extra kosten over het jaar 2018 en 2019 van in totaal € 180.000;
• Wellicht extra kosten voor de uitvoering door PlusOV tot 1 augustus 2019. In de bestuursbrief van PlusOV aan de gemeenteraden die gaat over de aanbieding van de concept gewijzigde begroting 2019 en de concept begroting 2020-2023 wordt aangegeven dat de vervoerskosten voor het routegebonden vervoer hoger blijken dan in de begroting was voorzien. Tot op heden is er nog geen financieel resultaat bekend, omdat volledig is ingezet op de totstandkoming van de meerjarenbegroting 2020-2023. Hierdoor kan nog niet worden aangegeven wat de hoogte is van de eventuele kostenstijging routegebondenvervoer 2019.

Daarnaast zal er mogelijk nog sprake zijn van aanvullende kosten i.v.m. de aanbesteding vanaf 1 augustus. Hierover zal meer duidelijk zijn als de gunning van de aanbestede dienst definitief heeft plaatsgevonden
Bij de ombuigingsmogelijkheden 2019 in de Voorjaarsnota stellen we een besparing voor van € 100.000 op het budget comfortabele gezinsstad, onderdeel pilot verbetering motoriek jeugd.

Lasten:

Het CJG heeft in 2019 het niet gebruikte deel van de subsidie voor CJG4Kracht over 2018 terugbetaald. Dit betreft een bedrag van € 368.000.

Lasten:

Op basis van de cijfers van het eerste kwartaal 2019 zien we een daling van de kosten voor Jeugdhulp. We weten, op basis van 2018, dat de cijfers van het 1^e kwartaal een vertekend beeld geven. Deze cijfers zijn niet zonder meer te gebruiken voor een prognose over een heel jaar. Op basis van de doorrekeningen van cijfers uit het eerste kwartaal 2019 komen we uit op een tekort van € 8 miljoen voor geheel 2019. Doorrekeningen die we baseren op de trends en cijfers uit 2018 laten een tekort zien van ruim € 11 miljoen voor 2019. We verwachten ergens tussen deze twee bedragen uit te komen.
 Voorzichtigheidshalve gaan we in deze Turap uit van een te verwachten tekort van ruim € 11 miljoen. Na de zomer, en voor de nieuwe meerjarenbegroting, komen we met een bijgestelde prognose. Rond die tijd is er meer inzicht in de ontwikkelingen van de kosten Jeugdhulp in 2019.
Het nu opgenomen tekort van ruim € 11 miljoen is als volgt opgebouwd:

1) Het structurele tekort 2018  € 15 miljoen (-)
2) Toevoeging aan het budget van € 3,7 miljoen uit de MPB 2019 (+)
3) We gaan uit van een volumegroei van 3% (€ 1,7 miljoen) in 2019 (-)
4) Besparingen van € 1,7 miljoen (+)
(als gevolg van de genomen korte termijn maatregelen CJG4Kracht en Praktijkondersteuners bij de   
huisartsen (POH))

Het verwachte tekort van € 11,3 miljoen sluit aan op de Voorjaarsnota, waarin voor 2019 een nadeel van € 13 miljoen is opgenomen met daar tegenover een verwachte besparing van € 2 miljoen. In de tussentijdse rapportage houden we rekening met een besparing van € 1,7 miljoen, omdat we verwachten dat de besparing van € 300.000 als gevolg van invoering van omzetplafonds vooralsnog niet gerealiseerd zal worden in 2019.
Op basis van de nu bekende gegevens zien we dat er in 2019 geen financieel nadeel is over de afwikkeling van voorgaande jaren.

Lasten:

We hebben de uitvoering van de jeugdgezondheidszorg per 2017 gecentraliseerd bij het CJG. Tot en met 2016 werd de jeugdgezondheidszorg uitgevoerd door Verian en de GGD. We verwachten dat het uitvoeren van de jeugdgezondheidszorg bij het CJG efficiënter is dan bij twee afzonderlijke organisaties. De afgelopen jaren heeft het CJG laten zien dat dit werkelijk zo is. De besparing van € 200.000 wordt ook in 2019 gerealiseerd en daarom stellen we voor deze als structureel voordeel mee te nemen in de ombuigingsvoorstellen van de Voorjaarsnota.