Op dit taakveld worden de onderdelen BUIG en Sociaal Vangnet verantwoord. Per saldo een voordeel t.o.v. de begroting van € 2,8 miljoen.

BUIG:
Het voorlopig BUIG budget 2019 bedroeg € 49,6 miljoen, hetgeen € 1,5 miljoen minder is dan het definitieve budget 2018. In april zijn de nader voorlopige budgetten voor de Gebundelde Uitkering Participatiewet 2019 bekend gemaakt. Ten opzichte van het voorlopig Buigbudget 2019 is dit een bijstelling van € 1,6 miljoen nadelig voor de gemeente Apeldoorn. De bijstelling vindt zijn oorsprong grotendeels in de verwerking van de
(landelijke) realisatiecijfers over 2018.
Het macrobudget, en daarmee ook het budget voor Apeldoorn, wordt definitief vastgesteld in september 2019. Ten opzichte van de begroting verwachten we op de BUIG (gebundelde uitkering) in 2019 per saldo een voordeel van ongeveer € 2,2 miljoen. Ten opzichte van het rijksbudget hebben we nog een tekort van ongeveer € 0,5 miljoen.

Lasten
Aan de lastenkant verwachten we ten opzichte van de begroting ongeveer € 3,8 miljoen minder uit te geven. In de begroting gaan we uit van ongeveer 3.770 uitkeringen, we verwachten er eind 2019 ongeveer 3.550 (aantal uitkeringen tot en met peildatum 1 mei 2019: 3.744).

Baten
Bij de baten verwachten we een nadeel van € 1,6 miljoen ten opzichte van de begroting als gevolg van een bijstelling van het BUIG budget door het Rijk.

Risico:

Het verwachte voordeel van € 2,2 miljoen ten opzichte van de begroting 2019 is gebaseerd op een volumedaling van 200 uitkeringen zoals is opgenomen in de prestatieafspraken met Lucrato. De volumeontwikkeling over de eerste vier maanden laat deze daling nog niet zien waardoor het genoemde voordeel onder druk komt te staan. Bestuurlijk gaan we het gesprek aan met Lucrato over de realisatie van de prestatieafspraak.

Sociaal Vangnet:
Op basis van de doorrekening van de realisatie tot en met april is nu het beeld dat er per saldo een voordeel ontstaat van € 490.000. Het is echter op deze termijn nog niet duidelijk of de trends die zich nu voordoen zich doorzetten, omdat de doorrekening is gebaseerd op een beperkt aantal maanden.

Lasten:
We zien lagere kosten aan de Collectieve Aanvullende Zorgverzekering (€ 100.000) en een lager beroep de bijzondere bijstand (€ 200.000). Bij de bijzondere bijstand zijn dit voornamelijk lagere kosten aan woninginrichting en toeslag levensonderhoud jongeren tot 21 jaar en hebben we, in afwachting van besluiten door het Rijk, een overschot op de Individuele Studietoeslag (€100.000).

Baten:
Daarnaast verwachten we dat de baten als gevolg van terugvorderingen op de bijzondere bijstand (+/- € 100.000) hoger zijn dan begroot.  

Bijsturingsmaatregelen

We blijven de ontwikkelingen maandelijks volgen. Het blijven echter open einde regelingen waarbij we afhankelijk zijn van het beroep dat door onze inwoners op deze regelingen wordt gedaan. Onze invloed hierop is beperkt. Het rijk heeft een evaluatie van de Individuele Studietoeslag gepresenteerd in december 2018 en aangekondigd met wijzigingsvoorstellen te komen in het voorjaar van 2019.